Literatuur
- Verdam, J., Middelnederlandsch handwoordenboek. 's-Gravenhage (Nijhoff), 1976 (1e druk: 1911). [811 blz. ISBN 90.247.0713.7]. Hierin : blz. 496 ("Rits, znw. m. 1- Schrap, streep, rits. 2- merk op een vat. - Ritsen, ritsiser" - dit is de volledige tekst)
- Beukers, Mariëlle, "De route van de wijn. Wijn en wijnhandel in de stad Utrecht in de veertiende en vijftiende eeuw; een eerste verkenning". In: Jaarboek van Oud-Utrecht, 2007, blz. 5-46. Hierin: blz. 36-38 (Onder 'Wijnroeiers': "De wijnroeier was waarschijnlijk al vroeg een door de stad gecontroleerde functionaris. Hij was verantwoordelijk voor het vaststellen van de inhoud van een vat, belangijk in verband met de te heffen accijnsen". "Een wijnroeier mocht een vat dat geroeid was (gemeten en de hoeveelheid vastgesteld) ook niet markeren met een krijtje, maar moest zijn ritsing (zie kader) in het hout kerven: hij moest de ritsing trekken met een haak op het vat, zodat de tekens duidelijk zichtbaar waren. Bij gebruik van een krijtje was het wel heel makkelijk de tekens weg te vegen of aan te passen" [bron: Muller, Fz., De middeleeuwse rechtsbronnen der stad Utrecht. Eerste deel, 's-Gravenhage, 1883, blz. 377]. Blz. 37, in kader: "Wijnroeiers gaven de hoeveelheid wijn in een vat aan door middel van speciale tekens. De Utrechtse wijnroeier gebruikte in het midden van de zestiende eeuw tekens die in de Vlaamse steden, langs de Rijn en elders in Europa vergelijkbaar waren. Die tekens werden ritsing genoemd. Een horizontale streep staat voor één aam, twee strepen voor twee aam enz. Een verticaal streepje boven een horizontale streep betekende dat een kleinere een heid van de aam mocht worden afgetrokken, een streepje daaronder dat er een kleinere eenheid moest worden bijgeteld. Er bestonden uitgebreide handboeken over het wijnroeien, ook wel vergieren genoemd. [...] De afgebeelde tabel komt uit een document dat bestemd was voor de bewaarders van de stadswijnkelder. Niet aleen de ritsing wordt er in uitgelegd, maar het document bevat ook omrekeningstabellen voor de prijzen van roeden en amen in ponden en schellingen Vlaams en een kwart (viertel) twee penningen enzovoort" [bron: Hoebanx, Jan, "Oude wijnmaten". In: Van rank tot drank, tentoonstellingscatalogus, ASLK-Galerie, 1990, blz. 152]. Bijschrift bij afbeelding blz. 36: "De bewaarders van de stadswijnkelder moesten uiteraard op de hoogte zijn van de tekens die door de wijnroeiers werden gebruikt om de inhoud van een vat aan te geven. In deze 'Calculatie op den Rinschen wynen ende heur ritsinghen' werden die tekens vastgelegd. Tevens werden de omrekeningstabellen voor allerhande maten gegeven. HUA, SA I, 606, f. r. Transcriptie van de eerste paar regels tekst. 'Van de Ritsinghe Alsmen een aem schrijft opt vat staet alsoo het boergoens cruys dat onder de langhe streep staet ist slot daer mede beteyckent men min noch meer Anderhalff aem is alsoo Twee aem alsoo Drie aem alsoo' Enz")